donderdag 23 juni 2011

Ode aan de verveling

Over anderhalve week heeft de eerste regio zomervakantie. Zes weken lang geen school. Zes lange weken vrij. Heerlijk. Ik zou zo met ze ruilen, minus het schoolgaande gedeelte dan. Maar zes weken vrij lijkt me wel wat. Zou ik me dan eindelijk weer eens vervelen?

Ik ben het verleerd. Ik weet niet meer hoe ik me moet vervelen. Ik heb altijd wel iets te doen. Schrijven, lezen, verhalen verzinnen, sporten, vrienden bezoeken. En in de categorie 'Minder leuk, maar moet toch': huis schoonmaken, boodschappen doen, huis schilderen, tuin ontdoen van een solide laag zevenblad. Voor wie niet weet wat zevenblad is: prijs jezelf gelukkig. De EHEC-bacterie onder de planten. Met dat spul in de tuin hoef je je nooit te vervelen.

Ook voor een tien uur durende vliegreis draai ik mijn hand niet meer om. Wilde ik als kind zo snel mogelijk op de plaats van bestemming zijn en vond ik reizen (al was het maar een uur) veel te lang duren, tegenwoordig verzink ik simpelweg in een soort halfslaap. Niet gezellig voor mijn wederhelft, maar die merkt daar toch weinig van. Hij belandt al vrij snel na het opstijgen in een toestand die het best kan worden omschreven als een diepe coma. We passen wel bij elkaar.

Ik kan me het gevoel nog wel herinneren. Landerig, hangerig, geen zin om wat dan ook te doen. Een grondverfgrijze muur met bromvlieggeluid. Wijzers van de klok die met gemak het Guinness Book of Records halen in de categorie 'Traagste voortgang ooit'.

Toch zou ik me graag weer eens vervelen. Niet om de verveling zelf, maar om het moment erna. Dat ineens zoveel levendiger en sprankelender is dan wanneer je je niet had verveeld. Een champagne-ontbijt na een week droge crackers.

Verveling, ik daag je uit. Ik ga morgen in de bank hangen zonder iets te doen. Geen verhalen verzinnen, geen televisie, geen muziek, geen werk, geen boek. Niets. met een beetje geluk kan ik dan na een paar uur het door moeders zo gevreesde zinnetje uitspreken: ik verveel me.

dinsdag 14 juni 2011

Ken uw klassiekers

Wie 'Tolkien' zegt, zegt 'In de ban van de ring'. Wie 'In de ban van de ring' zegt, zegt 'klassieker'. Dus eigenlijk zou ik alle delen gelezen moeten hebben.

Enkele jaren geleden was ik dat ook van plan. Ik leende 'De Hobbit' van een vriendin, ploegde me met enige moeite door het verhaal en kocht deel een van Tolkiens levenswerk. De bedoeling was dat deel twee en drie snel zouden volgen, want tenslotte heeft het werk van Tolkien een buitengewoon grote schare trouwe fans. Niet voor niets, leek mij.

De waarheid is (ik beken dit met het schaamrood op mijn kaken) dat ik nooit verder ben gekomen dan deel een. En door dat deel (de rozen verbleken inmiddels bij mijn gelaatskleur) kwam ik al nauwelijks heen.

Hoe dat komt? Geen idee. Ik zie de symboliek, ik zie waarom velen het geweldig vinden, maar ik vind het taaie kost ('112, waarmee kan ik u van dienst zijn?' 'Brandweer alstublieft!').

Ik was bijzonder blij met de film. Eindelijk mijn kans om me toch door Tolkien heen te slaan, zij het op een voor fans volstrekt ongeoorloofde manier. Dat ook de film driedelig was, was mij in mijn enthousiasme ontgaan. Deel twee en drie bleven immer onbekeken.

Het beste boek van deze eeuw, het beste buitenlandse boek aller tijden, inspiratie voor velen. Deel een staat in mijn boekenkast en staart mij beschuldigend aan.

dinsdag 7 juni 2011

Korte verhalen, kort door de bocht

Als ik eerlijk ben: ik ben een luie schrijver. Voordat ik aan mijn boek begon, schreef ik alleen korte verhalen. Het prettige van een kort verhaal is, dat je heel veel niet hoeft. Een kort verhaal is overzichtelijk. Je hoeft niet eerst een dossiermap aan achtergrondinformatie te verzamelen. Karakterdossier? Als je maar weet welke karaktereigenschap de drijfveer is van je personage. Is je personage nieuwsgierig? Daar heb je het al: hij heeft zijn of haar neus gestoken in zaken die hem of haar niet aangaan. Kan niet goed aflopen. Tijdslijnen? Hou het vooral overzichtelijk. Met drie A4'tjes tot je beschikking moet je geen epos à la 'Honderd jaar eenzaamheid' willen schrijven. Omgeving? Niet interessant, tenzij die omgeving toevallig een hoofdrol speelt in je verhaal.

Natuurlijk is dit erg kort door de bocht. En de vlieger gaat slechts gedeeltelijk op. Maar dat het schrijven van een kort verhaal een heel ander proces is dan het schrijven van een boek is me inmiddels wel duidelijk.

woensdag 1 juni 2011

Waarom schrijven en koken niet samengaan

Als ik aan het schrijven ben, heb ik de neiging andere zaken te verwaarlozen. De aardappels, bijvoorbeeld. Die de gelegenheid prompt aangrijpen om over te koken. Of de olie in de pan die toch nog warm moest worden, maar nu wel heel verdacht gaat walmen.

Laatst maakte ik een ovenschotel, zodat ik mijn handen vrij had om nog even een opdracht af te maken. De kookwekker lette op, dus er kon niets fout gaan. Tot het moment dat ik uit mijn concentratie werd gehaald door laatstgenoemde en de schotel uit de oven haalde.

Zonder handschoenen.