donderdag 21 juli 2011

Wachten op inspiratie

Inspiratie. Het blijft een mooi woord. Maar wat is het eigenlijk? 'Inademing' is de meest letterlijke betekenis. Van daar is het een kleine stap naar 'inblazing' of 'inval'.

Inspiratie is datgene wat schrijvers aan het schrijven houdt, schilders aan het schilderen, musici aan het musiceren. Maar wat houdt mij aan het schrijven?

Mijn inspiratie komt voort uit het onverwachte, het niet-alledaagse. Mensen kunnen inspirerend zijn, maar mijn verhalen zijn meestal geïnspireerd door een omgeving. Zo werkte ik ooit in een stokoud theatergebouw dat op de nominatie stond voor de sloop en jaren later schreef ik 'Soms is onzekerheid erger'. Het verhaal is fantasie, de sfeer die het gebouw bij mij opriep is zoals ik het toen heb ervaren. Uiteraard met een extra dimensie voor het verhaal.

Vorige week had ik het geluk om te kamperen in het hart van de Morvan in Frankrijk. Een camping aan het water (en ja, ze zijn er gelukkig nog: meren waar niets te doen is), omgeven door bossen. 's Avonds kon je de uilen horen roepen en soms klonk er een luide schreeuw van een nachtdier uit het bos. Het constante gesuis van de bomen, het geritsel en de nachtgeluiden leverden mij de eerste avond al de sfeer die ik zoek. En in drie avonden verzon ik het verhaal dat nu nog helemaal in mijn hoofd zit, maar binnenkort op papier gaat komen.

Omgeving en sfeer zijn dus mijn belangrijkste bronnen. Maar wat is dan de inspiratie zelf? Ik zou het willen definiëren als een gemoedstoestand. Als ik er mezelf voor openstel, komen de verhalen. Dat betekent niet dat ik er braaf op ga zitten wachten. Dan kan ik namelijk wachten tot ik een ons weeg zonder dat er ooit iets gebeurt. Inspiratie is werken. Gewoon gaan zitten en werken. En net zo lang doorgaan tot ik in die ene speciale gemoedstoestand kom waarin ik mijn echt goede verhalen schrijf.

Natuurlijk gaat dat de ene keer beter dan de andere en natuurlijk helpen bepaalde factoren daarbij. Maar in feite kun je je inspiratie overal vinden, zelfs op de meest sfeerloze plek. Want de dingen die ik meemaak, sla ik op in mijn hoofd. Mooie omgevingen bewaar ik zorgvuldig. Ik neem de tijd om goed, heel goed te kijken. Zo maak ik mijn eigen geheugenfoto's en die gaan jarenlang mee.

Wat ik uit de Morvan heb meegesleept is dit. Laat op de avond, de volle maan zichtbaar door de bomen. Het meer zilverig verlicht. Een bosuil laat zijn eenzame geluid horen, krijgt antwoord uit een andere hoek. De bomen ruisen en suizen en ergens hoor ik iets door het onderhout ritselen. Als ik mijn ogen sluit, kan ik me voorstellen dat ik hier alleen ben, diep in de bossen waar je nog kunt verdwalen zonder een levende ziel tegen te komen. 

Een cliché?
Ongetwijfeld.
Maar ook een heel sterk beeld.
Ik bewaar het zorgvuldig, hang het naast de andere beelden die ik heb verzameld. Vandaag of morgen haal ik het van de muur, bekijk het nog eens goed en schrijf mijn verhaal. De cliché-elementen zal je er niet in vinden, maar de omgeving herken je ongetwijfeld.

Sluit je ogen en kijk.
Kijk met heel je wezen.
Voel je het?
Dát is inspiratie.